21 oktober 2022 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Inflatie kost een nieuwe badkamer

Door de oplopende inflatie wordt het dikke spaartegoed van de Nederlanders steeds minder waard. Koop dus die badkamer of beleg het geld op de beurs.

Soms heeft de eurozone ook een meevaller. Ok, toegegeven, het is een soort afgeleide meevaller, maar toch. Ik heb het over de jongste inflatiecijfers die de Eurostat heeft gepubliceerd. De jaarlijkse geldontwaarding is niet uitgekomen op 10%, maar op 9,9%.

Dat was het dan ook wel. Niet alleen omdat de inflatie hoger lag dan in augustus (toen bedroeg de stijging 9,1%), maar ook omdat er een versnelling van de inflatie te zien was.

Inflatie met of zonder voedsel, energie of andere componenten, de teller staat altijd hoger dan in augustus. In Nederland kwam de inflatie, berekend volgens de Europese rekenmethode, uit op 17,1%. In augustus was dat nog 13,7%.

Olie omlaag

Er was wel een opmerkelijk verschil tussen deze Europese cijfers en die uit de VS. In de VS is de jaarlijkse inflatie licht gedaald, met als dé reden dat de inflatiedruk uit de energiehoek vermindert.

Voor de derde maand op rij remden de energieprijzen de stijging van de inflatie aan de andere kant van de oceaan af. Dat is overigens alles behalve vreemd te noemen. Nadat de olieprijs de stand van iets meer dan 120 dollar had bereikte, zette de olie een behoorlijke daling in.

Inmiddels kost een vat zwarte goud circa 85 dollar, een daling van ruim 30%. In de eurozone is echter de prijs van het energiedeel juist verder versneld! In augustus kostte dat deel van het inflatiemandje 38,6% meer; in september was dat 40,7%.

Kleinere daling

Voor een belangrijk deel is dat te wijten aan de waardedaling van de euro. Ten opzichte van de dollar is de euro sinds het begin van dit jaar met circa 14% in waarde gedaald. Aangezien de eurozone olie importeert en olie afgerekend wordt in dollars, betekent dat simpelweg dat de daling van de olieprijs in de eurozone veel kleiner is.

De daling van de waarde van de euro is vooral te wijten aan het feit dat de ECB veel later dan andere centrale banken, inclusief de Fed, begonnen is actie te ondernemen tegen inflatie en dat ook nog eens veel langzamer deed en doet dan veel van haar zusterinstellingen.

Tel daarbij op de grotere gevoeligheid van de eurozone-economie voor de huidige energiecrisis en het is duidelijk waarom de piek in de inflatie aan deze kant van de oceaan nog niet te zien is.

Volledig herstel

Dit zou overigens in loop van 2023 kunnen betekenen dat de Fed kan stoppen met het verhogen van de rente en onder beleggers zelfs verwachtingen kunnen ontstaan voor renteverlagingen in een later stadium, de ECB nog steeds bezig zal zijn met het opkrikken van het belangrijkste leentarief.

Die ontwikkeling zou de euro enigszins aantrekkelijker kunnen maken tegenover de dollar. Een volledig herstel, naar circa 1,25, wordt echter lastig zolang de geopolitieke spanningen aanhouden. In zulke tijden fungeert de dollar nou eenmaal als een veilige haven voor velen.

Over inflatie gesproken: zoals gezegd bedraagt de geldontwaarding in Nederland inmiddels ruim 17%. Daar moest ik aan denken toen ik eerder deze week op de website van het CBS las dat we in Nederland steeds meer sparen.

Nieuwe badkamer

Inmiddels nadert de spaarberg de 400 miljard euro. Ik las in het persbericht onder meer dat er zo’n 900.000 huishoudens zijn met een spaartegoed van minstens 100.000 euro. In een ander persbericht van het CBS las ik dat de Nederlandse huishoudens steeds minder uitgeven aan duurzame goederen, wat in de statistiek-wereld betekent spullen die lang meegaan.

Denk daarbij aan nieuwe meubels, kleding, auto, badkamer of een nieuwe keuken. Zij stellen die aankopen uit omdat de situatie in de wereld onzeker is en door die zeer hoge inflatie, die ook nog eens ook in 2023 aan de te hoge kant lijkt te blijven.

En daar zit toch een tegenstrijdigheid in. Met een inflatie van laten we zeggen 12% over heel 2022 berekend (raming van het IMF, gepubliceerd deze week) en nog eens een flinke duit á 8% (eveneens IMF-raming, voor 2023), betekent dat dat de daadwerkelijke waarde van een spaartegoed van 100.000 euro eind volgend jaar circa 20.000 euro lager zal zijn, zonder dat de eigenaar dat op zijn/haar afschrift zal zien!

Dus het uitstellen van de aankoop van die nieuwe keuken of badkamer, vaak á 20.000, is nergens voor nodig. Dat geld is straks dankzij de inflatie toch weg, kun je dus net zo goed jezelf blij maken met die nieuwe badkamer!

En heb je die niet nodig, dan is een stap richting de beurs toch steeds meer het overwegen waard.

Deze column is 21 oktober jl. gepubliceerd in IEXProfs

Inflatie kost een nieuwe badkamer
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.