29 maart 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Meer geld, meer problemen

Het is deze week de jaarlijkse Week van het Geld. Die wordt al voor de twaalfde keer gehouden, met deze maal als thema ’Bedwing de bling’. De Week van het Geld heeft als doel jongeren te leren verstandig om te gaan met geld, verleidingen te doorzien en te dromen zonder in de problemen te komen. Want wat lonkt en blinkt er een hoop. „Bling is overal en soms moeilijk te weerstaan”, lezen we op de bijbehorende website.

Het is die Week van het Geld die mij aanleiding geeft het kort te hebben over de geldhoeveelheid. Daar horen we centrale bankiers vrijwel nooit over. Best vreemd, want het gaat over de kern van hun business. Het is alsof je een weerman nooit over wolken zou horen praten. De president van de Europese Centrale Bank (ECB) hoor je vrijwel wekelijks over zaken zoals inclusie en klimaat praten maar geldhoeveelheid, daar heeft Christine Lagarde het nooit over.

Geldhoeveelheid

Hoewel, wacht, dat is niet helemaal waar. Vorige week was ik nog bij de jaarlijkse ’ECB and It’s Watchers’-conferentie in Frankfurt, waar centrale bankpresident Lagarde sprak. En wis en waarachtig, zij had het over de geldhoeveelheid! Het is opvallend dat de afgelopen weken meer van haar collega’s ineens die term gebruikten nadat ze die jarenlang zo gemeden hebben dat ik op een gegeven moment het gevoel kreeg dat er intern wel sprake moest zijn van een rigoureuze boete als je die term noemde in een toespraak of interview.

De afgelopen weken hebben verschillende ECB-bestuurders het erover, omdat de toename ervan sterk afgenomen is. In februari groeide de geldhoeveelheid in de eurozone bijvoorbeeld met 2,9 procent, de laagste stijging sinds de geboorte van de ECB en de euro, in 1999.

De ECB-ers noemen de geldhoeveelheid dus nu, nu het ze uitkomt. In de afgelopen jaren nam die doorgaans met 5 procent of meer (tot wel 15 procent) per jaar toe. Toen hoorde ik ze niet, want aandacht vestigen op dé maatstaf of het rentebeleid te ruim is of niet, wat de ontwikkeling van de geldhoeveelheid is, daar hadden ze geen zin in.

Te laks

Ze hadden er geen zin in omdat als de geldhoeveelheid te hard groeit, dat dus aangeeft dat de ECB te laks is. Wanneer is daar sprake van? Een goede graadmeter is de monetaire pijler die de ECB hanteerde tot 2003. Die zei dat bij een groei van de geldhoeveelheid van meer dan 4,5 procent, je je zorgen moet maken als centrale bankier. Een andere goede stelregel is als de geldhoeveelheid harder toeneemt dan de reële economische groei, dan is een centrale bank te laks. In de eurozone ligt de groei van de geldhoeveelheid vrijwel altijd boven de reële economische groei.

En dat komt erop neer dat je als beleidsmaker ondergronds een probleem laat ontstaan. Te veel geld in omloop gaat namelijk vroeg of laat in de inflatie zitten of zaken zoals huizenprijzen, aandelenmarkten en obligatiekoersen, wat tot zeepbellen kan leiden en financiële kwetsbaarheid. Ofwel: het wordt steeds lastiger financiële stabiliteit te waarborgen. Dat lukt prima zolang inflatie geen probleem wordt, maar bij aanhoudend te hoge geldgroei is het een kwestie van tijd wanneer inflatie wél een probleem wordt. Aangezien je dat probleem alleen kunt aanpakken met renteverhogingen, loert financiële instabiliteit. Zoals in 2023 het geval is.

Problemen

„Maar het is dan toch goed dat de groei van de geldhoeveelheid nu laag is?” denkt u nu wellicht. Ja, dat klopt. Maar ik wil twee belangrijke kanttekeningen maken: ten eerste, dat aan die opbouw van problemen doordat de geldhoeveelheid jarenlang te hard toenam, niets wordt gedaan. En ten tweede: net zoals bijvoorbeeld inflatie, meten we de toename van de geldhoeveelheid op jaarbasis. Aangezien die vorig jaar enorm opzwol, valt het nu dus, statistisch gezien, mee. Wat onveranderd is en blijft, is dat er veel te veel geld in omloop was en nog steeds is.

Die Week van het Geld valt dus binnen wat je gerust de Eeuw van de Geldhoeveelheid mag noemen. In de afgelopen decennia, vooral sinds 1971 (zodanig dat ik er een boek over geschreven heb: ’Keerpunt 1971’), is de toename van de geldhoeveelheid structureel veel te hoog geweest. Daar betalen we nu een prijs voor, ben ik bang.

„More money, more problems”, zongen de Amerikaanse rappers The Notorious B.I.G., Puff Daddy en Ma$e in 1997. De centrale bankiers moeten dat liedje maar eens horen, misschien dat ze eindelijk tot dat belangrijke inzicht komen. Want zolang zij dat inzicht missen, draaien wij met zijn allen voor de gevolgen op.

Deze column is 29 maart jl. gepubliceerd in dft.nl

Meer geld, meer problemen
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.