9 november 2022 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Trekt inflatie zich terug na langdurige vloed?

Zou het dan begonnen zijn? Ik heb het over eb van inflatie na een langdurige vloed, ingezet in de zomer van 2021.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde deze week dat de inflatie in Nederland in oktober 14,3% bedroeg. Daarmee blijft de geldontwaarding zeer hoog, maar is de inflatie wel iets lager uitgekomen dan in september. Toegegeven, je moet een vergrootglas erbij pakken om dat te zien – in september bedroeg de inflatie 14,5% – maar toch, vergrootglas of niet, oktober zou zomaar de maand kunnen zijn waarin de genoemde eb is begonnen. De komende maanden zullen moeten uitwijzen of dat inderdaad het geval is.

Ook als blijkt dat de inflatie gepiekt heeft, zal dat niet betekenen dat we ons kunnen opmaken voor normale inflatietijden, lees inflatiepercentages van maximaal 2% per jaar.

Uit de cijfers die het CBS gepubliceerd heeft, blijkt weliswaar dat de inflatie iets lager is uitgekomen maar dat komt vooral doordat de bijdrage vanuit de energiehoek op geldontwaarding ietsje minder ernstig is geworden. Lag de prijs van het energiecomponent van het inflatiecijfer in september nog 200% hoger dan een jaar eerder, in oktober was dat nog ‘maar’ 173%. Iedereen die een bezoek brengt aan een benzinepomp zal beamen dat de pijn wat minder is: brandstofprijzen in oktober zijn wat lager dan die in september.

Kerninflatie

Waar energie dus voor iets minder opwaartse druk op inflatie zorgt inmiddels, geldt voor voedsel precies het omgekeerde. Dat deel van het inflatiecijfer droeg juist meer bij aan inflatie in oktober dan in september.

In het algemeen geldt dat inflatie misschien wel gepiekt is maar wat óók geldt, is dat de inflatie hardnekkiger aan het worden is. De zogeheten kerninflatie, die de prijzen van energie en voedsel buiten beschouwing laat, is een goede indicator die onderliggende inflatiedruk te meten. In september bedroeg kerninflatie 6,5%. In oktober versnelde dat naar 6,9%.

Het is te verwachten dat de inflatie in de maanden die voor ons liggen, verder zal dalen, al is het alleen maar door het statistische effect, omdat de energieprijzen inmiddels niet meer stijgen zoals ze dat gedaan hebben en het vergelijkingsmoment (namelijk een jaar eerder) rekenkundig gunstiger uitpakt (het verschil in energieprijzen in 2022 en 2021 was zeer groot, dat verschil zal in 2023, ten opzichte van 2022, veel kleiner zijn, zo niet negatief!).

Maar omdat inflatie tegelijkertijd hardnekkiger wordt en zich steviger nestelt in steeds meer sectoren van onze economie, moeten we er rekening mee houden dat de geldontwaarding in 2023 en de jaren erna (aanmerkelijk) hoger zal zijn dan we gewend zijn geraakt gebaseerd op de ervaringen met de inflatie in de afgelopen decennia.

Deze column is 9 november jl. gepubliceerd in Dft.nl

Trekt inflatie zich terug na langdurige vloed?
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.