6 maart 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Vergeet de geldhoeveelheid niet!

De afgelopen dagen werden we getrakteerd op vrij zeldzame astronomische gebeurtenissen. In een groot deel van Nederland was bijvoorbeeld het Noorderlicht mooi te zien.

En Jupiter en Venus deden een planetaire dans, waarbij de planeten almaar dichter bij elkaar kwamen om vervolgens weer uit elkaar te gaan. Hoewel…dichter bij vanaf aarde gezien. Die samenvoeging, zoals de planetaire dans heet, was feitelijk een mooi voorbeeld van optisch bedrog: we zagen iets wat er niet is.

De twee planeten kwamen dicht bij elkaar vanuit ons standpunt gezien, dat is alles. Over optisch bedrog gesproken: die term kunnen we ook gebruiken voor een rapport van De Nederlandsche Bank, waarin de bank op zoek ging naar het antwoord op de vraag waarom de inflatie in de afgelopen twee jaren zo snel zo hoog kon worden.

Waar is de geldhoeveelheid?

Het antwoord van DNB is dat dat het gevolg is van een rappe stijging van de vraag na de afschaffing van de coronamaatregelen terwijl tegelijkertijd het aanbod stokte, bijvoorbeeld door logistieke problemen.

De ronkende wiskundige modellen van de bank spuwden dat antwoord op. In het hele, 21 pagina’s tellend, epistel, kwam echter het woord geldhoeveelheid welgeteld nul keer voor. En dat is toch op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend.

En ook knap want op 21 pagina’s ‘praten’ over inflatieontwikkeling en de bron ervan, namelijk te veel geldgroei niet noemen, mag je best zo omschrijven. Blijkbaar was een recente beschouwing van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) de onderzoekers van DNB ontgaan.

Geen opzet

De BIS wees namelijk op het feit dat de hoge inflatie sinds 2021 vooraf werd gegaan door de hoge groei van de geldhoeveelheid. De bank vond ook een statistisch significant verband tussen de mate van de groei van de geldhoeveelheid in ontwikkelde landen in 2020 en de inflatie in die landen in 2020 en 2021.

De link blijkt sterker te zijn in landen waar de inflatie hoog is. Natuurlijk, wat oorzaak is wat het gevolg, is ook een belangrijke vraag maar duizenden jaren aan monetaire historie wijzen er vrij sterk op dat de relatie van de geldhoeveelheid naar de inflatie gaat en niet anders om.

Hoe konden de DNB-onderzoekers dit uit hun analyse halen? Het is geen opzet of een of ander complot, maar het gevolg van het feit dat generaties economen zijn opgeleid in een omgeving waarin het belang van de groei van de geldhoeveelheid gebagatelliseerd was én dat die ronkende modellen waarmee ze werken dat weergeven.

Natuurkundige wet

Geloof het of niet, maar in veel van die modellen, waarmee centrale banken proberen inflatie te voorspellen, komt het geld niet in voor! Een andere reden is dat de modellen zodanig zijn gebouwd dat ze vooral het verleden extrapoleren naar de toekomst. Een voorbeeld is inflatie.

Als die afwijkt van een zeker gemiddelde, dan neemt het model vaak aan dat de inflatie mettertijd terug zal keren naar dat niveau, alsof het een natuurkundige wet is, zoals de wet van de zwaartekracht. Het klopt dat de vraag sinds 2021 sterk is gestegen en het aanbod die toename van de vraag niet kon bijbenen.

Maar dat is dan het beste te zien als een vonk. Een vonk alleen richt echter niets uit, maar leidt alleen tot een vuur als die op ontvlambaar materiaal valt. In monetaire economie is te veel geld zeer licht ontvlambaar materiaal. En dat materiaal was er volop aanwezig.

Vis en hout

In de eurozone (maar ook in de VS) neemt de geldhoeveelheid al heel lang met meer dan 5% per jaar toe. Dat is aan de hoge kant. Een goede stelregel voor onschuldige toename van de geldhoeveelheid is als die gelijk is aan de reële economische groei en inflatie. Die optelsom kwam in de afgelopen bijna twee decennia vaker ver onder dan in de buurt van 5% per jaar.

Het gevolg: in de eurozone zijn er ruim 80% meer euro’s dan in 2008. Heel lang zorgde dat niet voor de traditionele inflatie (denk aan consumentenprijsindex) maar wel voor opdrijvend prijseffect op bijvoorbeeld huizenprijzen of financiële markten.

Wat de consumentenprijzen betreft, wachtte al dat geld op een vonk. En die kwam er dus in 2021. Om te zien waarom geldgroei cruciaal is voor inflatie, laten we ons een simpele economie voorstellen. Daarin bestaat er geld en zijn er slechts twee producten, vis en hout.

Laat het aan anderen

Als er om welke reden dan ook minder wordt gevist, dan neemt het aanbod van vis af en wordt vis duurder. Hout wordt echter goedkoper! De geldhoeveelheid is vast en als de inwoners meer geld nodig hebben voor vis, is er minder over voor hout.

De vraag ernaar zakt en de prijs ook. Neem de verandering van de prijzen van vis en hout samen en de uitkomst is dat er geen inflatie is. Stel nu dat de geldhoeveelheid verdubbelt. Sommige vissers denken "ik ga niet vroeg opstaan en door weer en wind vissen, ik laat het aan anderen over, ik koop het wel, heb toch twee keer zoveel geld."

Houthakkers denken hetzelfde. Het gevolg is dat het aanbod van zowel vis als hout daalt maar de vraag juist stijgt. De prijzen van beide producten gaan omhoog omdat er twee keer zoveel geld in omloop is. Met als resultaat dat de inwoners nepwelvaart kennen en er sprake is van inflatie.

Te laat?

Ondertussen blijft de inflatie hoog. In Nederland, Spanje, Frankrijk en Duitsland is de inflatie in februari weer gestegen, na mandenlange dalingen. De bijdrage vanuit de energiehoek is volledig weg, het stokje is overgenomen door de prijsontwikkeling van goederen, diensten en voedsel.

Door de statistische effecten zal de inflatie vanaf maart waarschijnlijk weer gaan zakken, wellicht zelfs fors, maar onderliggend is er sprake van aanhoudend te sterke inflatoire druk, bezien op de middellange termijn. Geen wonder dat de Nederlandse tienjarige staatsrente inmiddels boven de 3% noteert, de hoogste stand sinds 2011.

Hetzelfde zien we in Duitsland. In de VS is dat rentetarief zelfs sinds 2008 niet zo hoog geweest als tegenwoordig. Ziedaar de prijs van het het is tijdelijk-inflatieverhaal van de centrale bankiers, die daardoor te laat in actie zijn gekomen en toen ze dat eenmaal deden, dat niet in voldoende mate deden (en doen).

Om in de eurozone te blijven: de gebruikelijke stelregels voor hoe hoog de ECB-rente moet zijn om de oorlog tegen inflatie te winnen, wijzen op rentestanden van zeker circa 5%. Zelfs de als havik te boek staande ECB-bestuurders hebben het niet over het bereiken van dat soort niveaus.

Belegger: houd rekening met hoger dan gebruikelijke inflatie de komende paar jaren en wen dus aan deze rentestanden en waarschijnlijk hogere niveaus op termijn.

Vergeet de geldhoeveelheid niet!
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.