22 februari 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Zorgen en optimisme over onze economie

4,5 procent. Zo hoog was de economische groei in Nederland vorig jaar, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ondanks inflatiepercentages die we in decennia niet hadden meegemaakt, behoorlijke somberheid (mede door die inflatie), de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en fors opgelopen rentes, deed de economie het prima.

Maar dat geweldige cijfer was voor mij een reden om me zorgen te maken. Niet het cijfer an sich maar dat wat je ziet als je het gaat ontleden.

De groei hebben we vooral te danken aan het feit dat we met zijn allen onze portemonnees opengetrokken hebben. Natuurlijk, omdat het weer volop kon, doordat ook de allerlaatste coronamaatregel verdween, maar ook omdat we geld hadden.

In 2021 groeide de gezamenlijke spaarberg in de polder, simpelweg omdat we ons geld nauwelijks kónden uitgeven, met restaurants, bioscopen, winkels et cetera die dicht waren. Die stuwmeer van geld liep behoorlijk leeg in 2022. En er kwamen bijna een half miljoen nieuwe banen erbij, ofwel er waren bijna een half miljoen mensen in ons land die hun inkomen fors zagen stijgen. Somber of niet – en we waren nog nooit zo somber als vorig jaar met zijn allen – het geld ging rollen. Als het geld rolt, groeit de economie. En zo geschiedde.

Heb ik dan zorgen over dit jaar, omdat een herhaling van het bovenstaande in 2023 nauwelijks voor te stellen is? Immers, nog eens een half miljoen banen erbij (we hebben minder werklozen dan dat aantal!) is niet realistisch en die berg aan noodgedwongen besparingen is door het winkelfestijn van 2022, stukken lager geworden.

Ja, dat betekent dat de groei dit jaar veel lager zal zijn, maar dat is nieuws noch zorgwekkend. Nee, ik maak me zorgen om het volgende.

Een economie groeit als meer mensen aan het werk gaan en ze productiever worden. Veel meer mensen aan het werk, dat is met onder meer vergrijzing een steeds minder betrouwbare bron van groei.

De groei van de toekomst zal dus vooral uit productiviteitsstijging moeten komen. Vorig jaar nam die met slechts 0,6 procent toe. Dat is zeer mager en veel minder dan in de voorgaande jaren, toen de toename regelmatig ruim boven 1 procent lag en soms zelfs meer dan 2 procent bedroeg.

De trend in de stijging van de productiviteit is omlaag gericht. En daarmee haast per definitie de economische groei. Je kunt die groei verfoeien maar het feit is wel dat we die nodig hebben om allerlei zaken te bekostigen, zoals zorg, energietransitie et cetera.

2023 is, zo bezien, een jaar dat je nu alvast, om in boekhoudkundige termen te spreken, moet afschrijven. De groei zal niet veel voorstellen en als we een recessie weten te ontlopen, moeten we tevreden zijn.

Productiviteit

Nee, als land moeten we 2023 vooral gebruiken om ons te richten op 2024 en de jaren erna, met als centrale vraag ‘hoe zorgen we ervoor dat de productiviteit sneller gaat stijgen?’.

Gelukkig weten we hoe dat voor elkaar te krijgen uiteindelijk, namelijk meer uitgeven aan onderwijs en onderzoek net als aan de infrastructuur van de toekomst. Mensen en bedrijven aansporen te innoveren en uit te vinden, dát is nodig.

In de politiek, die daarin een cruciale rol heeft, zie ik aandacht voor veel dingen maar, in mijn optiek, te weinig voor het bovenstaande. Daarom maak ik me zorgen over onze economie, ondanks het geweldige cijfer voor 2022. Maar de historie leert mij dat innovatie altijd van de grond komt, dus zorgen over economie, ja, maar ook wel optimisme over de jaren die voor ons liggen. Ondanks alle beren die je kunt spotten op die weg.

Deze column is 22 februari jl. gepubliceerd in Dft.nl

Zorgen en optimisme over onze economie
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.