19 april 2024 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Europa wordt geregeerd met de Italiaanse slag

Ehh, waarom is Italië hofleverancier van rapporten over hoe van de eurozone een economisch een succes van te maken!? Die Italianen geven vooral het slechte voorbeeld, aldus Edin Mujagic. Beleggers moeten rekening houden met meer Europese overheidsbemoeienis.

Hoe vaak kwamen we de afgelopen maanden superlatieven tekort voor de prestatie van de Amerikaanse economie in 2023? Terwijl veel beleggers een recessie hadden verwacht, groeide die economie met meer dan 2%. Een naar alle maatstaven meer dan uitstekende prestatie. In 2024 komt de groei echter nog hoger uit, op 2,7%, bleek uit ramingen van het IMF.

Hoe anders is het beeld in Europa? Hier kunnen we ons opmaken op 0,8% groei. Dat de economie van de eurozone achterblijft bij de Amerikaanse economie, blijft bron van zorg. En dus vindt Brussel dat er iets moet gebeuren. Naar goed Europees gebruik is dat ‘iets’ het opstellen van een rapport.

Afgelopen maanden werkte Enrico Letta, een voormalig Italiaans premier daaraan. Deze week verscheen het document. De nood is hoog, aldus Letta, die niet meer van 5 voor 12 spreekt maar van 1 voor 12. Als de EU niet verder integreert, stelt het weinig meer voor op het wereldtoneel, aldus de Italiaan.

Meer concurrentie

Hij pleit voor een echte interne markt voor diensten en een scherp mededingingsbeleid. Dat zijn meer dan terechte punten. Diensten zijn goed voor zo’n 70% van de economie in de eurolanden. Op dat terrein voor meer concurrentie zorgen, zou enorme efficiencyvoordelen ontsluiten en economische groei aanjagen. Een scherp mededingingsbeleid zou de concurrentie nog meer stimuleren, wat een goede zaak is.

Meer concurrentie betekent lagere inflatie, meer innovatie en hogere, duurzame, groei. Het probleem is dat veel lidstaten, vooral de grote, daar niet veel zin in hebben. Er staat op korte termijn veel op het spel namelijk en politici zijn nou eenmaal gericht op korte termijn.

In combinatie met stevige lobby van, vaak, grote bedrijven die hun positie in gevaar zien komen, gebeurt er heel weinig. In Frankrijk bijvoorbeeld vindt men het prima als de Franse bedrijven in andere landen voor meer concurrentie kunnen zorgen maar meer concurrentie in eigen land, dáár houdt Parijs doorgaans niet van.

Meer overheidsingrijpen

Dat is echter wel de essentie van een echte interne markt voor diensten. En dus pleit Letta daarnaast voor onder meer meer overheidsingrijpen in de EU (zo moet staatssteun een normaal beleidsinstrument worden) en meer Brussel (de EU moet via meer dwingende maatregelen de lidstaten opdragen wat te doen).

De begroting van de EU moet omhoog en hij wil meer eurobonds om allerlei uitgaven met gezamenlijke schulden te financieren. Uiteraard is het subjectief, maar ík word altijd een beetje huiverig als ik hoor of lees dat de overheid de regie meer moet nemen, specifiek als we het over de EU hebben. Gezien alle schandalen met allerlei fondsen op EU-niveau.

Overheid is over het algemeen namelijk een slechte regisseur. Waar de overheid vooral goed in moet zijn, is scheidsrechter spelen, dat wil zeggen zorgen voor spelregels, dat de spelers zich eraan houden en, als dat niet gebeurt, dat bestraft, zonder pardon en waar nodig hard.

Alleen maar Italianen

Het laatste wat in de EU ontbrak, was nog een dik (en duur!) rapport. En als je dan toch een rapport wilt schrijven, waarom dan niet gaan kijken naar de EU-landen die al decennialang laten zien hoe het moet, wat de juiste economische aanpak is. Landen zoals Nederland.

Zo’n rapport kan vrij kort zijn, met als samenvatting: zorg voor een sterke munt, lage inflatie en gezonde overheidsfinanciën. Ik voeg er graag aan toe dat de overheid niet al te groot moet zijn. Letta was premier van een land dat symbool staat voor economisch falen en hoe een economie níet te runnen!

Vreemd om daar aan te kloppen voor adviezen op dat terrein. En het opmerkelijke is: het is niet voor het eerst dat dat gebeurt. In 2010 verscheen een soortgelijk rapport, van Mario Monti, eveneens een Italiaans politicus. In de zomer krijgen we een rapport over hoe de productiviteit in de EU aan te jagen en concurrerender te worden van Mario Draghi, niet alleen voormalig president van de ECB, maar ook een Italiaans politicus.

Falend Italië

Mensen die de kans hebben gehad de eerste versies van zijn rapport in te zien, zeggen dat daarin weer als een oplossing het oprichten van grote EU-fondsen heilig wordt verklaard, fondsen die gevuld moeten worden door uitgifte van eurobonds. Ik vraag me dan toch af hoe het zo ver is gekomen dat Italië blijkbaar dé hofleverancier is geworden van rapporten hoe van de eurozone een economisch een succes van te maken!?

Italië, toch wel het voorbeeld van economisch falen. Uit nieuwe IMF-ramingen blijkt bijvoorbeeld dat Italië zo ongeveer het enige grote Europese economie zal zijn waarvoor geldt dat de groei in 2024 én 2025 lager zal zijn dan in 2023. Op het jaarlijkse lijstje van de meest competitieve landen, staat Italië op plek 43 van 137 landen.

Op relevante subcategorieën, zoals op het terreinen van macro-economische inrichting en beleid, vinden we Italië zelfs op plek 96 en als het op arbeidsmarkt efficiency aankomt zijn er weinig landen die het slechter doen dan Italië, dat op plaats 116 staat in de wereld.

Niet daadkrachtig

Mario Draghi wordt zelfs genoemd als de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie na de verkiezingen in juni. Ervaring leert dat wat in dat soort rapporten staat, vaak uiteindelijk beleid wordt en dat de voorzitter van de Commissie behoorlijk wat te vertellen heeft.

Voor beleggers in de eurozone betekent dit alles dat ze met het oog op de komende jaren rekening moeten houden met, onder meer, meer overheidsbemoeienis, wat neerkomt op hogere belastingen, ook voor bedrijven, en hogere andere kosten maar ook hoge begrotingstekorten. Beide zorgen ervoor dat de economie moeilijker kan groeien en ook voor opwaartse druk op inflatie en kapitaalmarktrentes.

De ECB kan die opwaartse druk op inflatie en kapitaalmarktrentes voorkomen door prudent beleid, gericht op het bestrijden en voorkomen van inflatie. Maar dat gebeurt niet bepaald daadkrachtig en, met een Franse politica pur sang tot en met eind 2027 achter het monetaire stuur, heb ik weinig hoop dat dat zal veranderen. Dat is de omgeving waar beleggers in het euroland de komende jaren in zullen opereren. Houd daar rekening mee bij het uitstippelen van uw beleggingsbeleid. Ik doe dat wel.

Deze column is 19 april jl. gepubliceerd in IEXProfs

Europa wordt geregeerd met de Italiaanse slag
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.