11 oktober 2023

Obligaties aantrekkelijker dan spaargeld voor vermogende beleggers

De vergoedingen op spaargeld en kortlopende obligaties beginnen steeds meer in de pas te lopen. Toch is sparen voor vermogende defensieve beleggers een stuk minder aantrekkelijk dan beleggen in obligaties, vindt OHV. ‘Een belegger wil niet zijn vermogen spreiden over een tiental onbekende banken die een wat hogere rente uitkeren.’

De rentes op de obligatiemarkten zijn in de afgelopen weken fors opgelopen, nadat de Federal Reserve aankondigde dat de rentes vermoedelijk voor een langere tijd hoog moeten blijven om de inflatie omlaag te krijgen. De Amerikaanse tweejaarsrente koerst momenteel rond de 5 procent, terwijl de Duitse Schatz rond 3 procent noteert, niveaus die in decennia niet zijn gezien. Volgens CIO Richard Abma van OHV zijn obligaties hierdoor een goed middel om de inflatie bij te benen, zonder koopkrachtverlies te lijden.

OHV legt momenteel de accenten in de obligatieportefeuille op Nederlands en Duits staatspapier met een looptijd van een tot twee jaar, aangevuld met investment grade bedrijfsobligaties voor beleggers die een iets minder defensief profiel willen.

Sparen

Buiten de Nederlandse grootbanken om kan bij meerdere Europese banken die onder het depositogarantiestelsel vallen al een spaarrente van rond de 3 procent worden verkregen, vrij opneembaar. Waarom zou een belegger dan in Duitse staatsobligaties met een vergelijkbare rente willen stappen? ‘Wil je een spaarrente van 3 procent, dan kom je toch bij banken uit die minder kredietwaardig zijn. Als een bank omvalt kun je onder het depositogarantiestelsel tot een ton terugkrijgen, maar in het verleden hebben we gezien dat je dan lang moet wachten op je geld’, legt Abma uit.

Voor beleggers met een vermogen van meer dan een miljoen euro is sparen sowieso geen optie, zo stelt de beleggingsexpert van OHV. ‘Zij gaan hun geld niet verdelen over tien onbekende banken die een wat hogere rente uitkeren, als ze die al vinden.’

Abma maakt zich geen zorgen over de staat van banken in Nederland en in de landen daaromheen. ‘Maar recent hebben we nog gezien dat een aantal banken in de VS de snelle rentestijging niet konden verwerken. Als een bank veel leningen heeft verstrekt aan commerciële vastgoedpartijen en die vallen om, dan kun je een domino-effect krijgen.’

Afgelopen week waarschuwde DNB-president Klaas Knot nog dat Nederlandse financiële instellingen zich moeten voorbereiden op hogere kredietrisico’s en verdere prijscorrecties in de commerciële vastgoedmarkt.

Oplopende staatsschulden een probleem

Staatsobligaties zijn echter ook niet vrij van risico. Eerder waarschuwde Edin Mujagić, hoofdeconoom van OHV, nog dat de snel oplopende staatsschulden een ‘enorm probleem’ kunnen worden. Volgens Abma speelt dit probleem vooral in opkomende markten, waar de sterkere dollar ertoe leidt dat de betaalbaarheid van schulden moeilijker wordt.

Ook in de VS stijgt de schuldenberg sneller dan de economie. ‘Veel schulden in het land zijn voor korte termijn aangegaan tegen lage rentes. In de komende maanden moeten veel van die schulden geherfinancierd worden, wat tot een groeiversnelling van de schuldenberg leidt. Dat is wel zorgelijk’, aldus Abma.

OHV belegt niet in Amerikaans staatspapier, vanwege het dollarrisico. ‘Als je dat risico moet afdekken, dan kom je op de Europese rentes uit.’

Abma denkt dat de korte rentes nog wel even hoog zullen blijven. ‘Er wordt nu in de VS verwacht dat de Federal Reserve, na een laatste renteverhoging dit jaar, agressief gaat verlagen in 2024. Maar als er eenmaal inflatie in het systeem zit, duurt het meestal een stuk langer dan verwacht voordat die weer uit het systeem is. Dat de rentes langer hoog kunnen blijven lijken beleggers ook steeds vaker te beseffen, gezien nu ook de lange rentes beginnen op te lopen.’

Inflatie boven 2 procent schadelijk

Een andere vraag is of centrale banken ook kunnen leven met een inflatie van 3 of 4 procent. Hoever willen zij gaan in het omlaag krijgen van de inflatie, nu er duidelijke signalen zijn dat de wereldeconomie verzwakt? ‘Er kan een moment komen dat centrale banken besluiten om wat minder streng te worden in de inflatiedoelstelling van 2 procent, als blijkt dat de economie te harde klappen krijgt.’

Maar een inflatie boven de 2 procent is volgens Abma wel schadelijk voor de economie. ‘Veel ruimte om achterover te leunen hebben centrale banken niet. Met een inflatie van 4 procent zullen centrale banken niet kunnen leven. Als het economisch klimaat onzekerder wordt, kunnen ze een inflatie van 3 procent tijdelijk accepteren, in afwachting van hoe de markt zich verder ontwikkelt. Pas als dat beeld duidelijker wordt, kan worden gekeken om de rentes terug te brengen, maar voorlopig zijn we daar nog niet. Al helemaal niet in Europa.’

Of de zwakke Chinese economie een deflatoire kracht kan zijn voor de hele wereld vindt Abma moeilijk te zeggen. ‘Het is ingewikkeld om de kracht of zwakte van China te duiden binnen het grote geheel. Een zwakke Chinese economie zal zeker helpen de wereldwijde inflatie omlaag te brengen, maar niet op korte termijn.’

Deze column is 11 oktober jl. gepubliceerd in investmentofficer.nl

Obligaties aantrekkelijker dan spaargeld