10 januari 2024 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Beleid ECB heeft ongelijkheid verlaagd

Een belangrijk punt van kritiek op de Europese Centrale Bank (ECB) in de afgelopen jaren, was haar beleid van langdurige 0% rente en het grootschalig opkopen van staats- en bedrijfsobligaties. Dat zou onder meer voor toenemende ongelijkheid zorgen. Is dat zo?

Omdat ruim 60% van de huishoudens uit de muntunie een eigen huis heeft en omdat de zeer lage rente waarvoor de ECB heeft gezorgd de huizenprijzen heeft aangejaagd, is de vermogensongelijkheid iets afgenomen, aldus de ECB.

Op de website van de bank is dezer dagen een soort rapport te vinden waaruit blijkt dat het vermogen van een gemiddeld huishouden uit de eurozone in de laatste vijf jaren met 29% is toegenomen en dat de vermogensongelijkheid licht is gedááld.

De verklaring daarvoor schuilt in de huizenprijzen. Omdat ruim 60% van de huishoudens uit de muntunie een eigen huis heeft en omdat de zeer lage rente waarvoor de ECB heeft gezorgd de huizenprijzen heeft aangejaagd, is de vermogensongelijkheid iets afgenomen, aldus de ECB. Huiseigenaren zagen hun nettovermogen met 27% klimmen in die periode.

Huizenprijzen kunnen ook dálen

Er zijn wel wat kantekeningen te plaatsen bij dit rapport. Zo gaat het louter over vermogensongelijkheid maar zegt het helemaal niets over ínkomensongelijkheid. En die is door de hoge inflatie, gebrekkige compensatie voor velen en stijgende inkomsten uit beleggingen voor een relatief kleine groep, eerder toe- dan afgenomen.

Als de stijging van het vermogen voornamelijk door de opgelopen huizenprijzen komt, moeten we niet vergeten dat huizenprijzen ook kunnen dálen. Sterker nog, dat gebeurt al hier en daar in de eurozone en die cijfers zijn weer niet of nauwelijks meegenomen in het genoemde rapport.

Verder is het de vraag waarom de ECB naar de laatste vijf jaren gekeken heeft. Immers, het genoemde beleid van 0% rente en opkopen van obligaties, heeft veel langer geduurd, ruim een decennium. Als ik naar de maatstaf die de vermogensongelijkheid meet kijk, dan is inderdaad te zien dat die vergeleken met de tweede helft van vorig decennium iets gedaald is. Maar vergelijk ik die bijvoorbeeld met het jaar 2009, dan is er juist sprake van toegenomen vermogensongelijkheid.

Optische illusie

Tot slot: ergens onderaan valt te lezen dat de gegevens uit het rapport, zoals de huizenprijzen, niet zijn gecorrigeerd voor inflatie. De geldontwaarding bedroeg in de in ogenschouw genomen periode iets meer dan 20%, waardoor het leeuwendeel van de stijging van de huizenprijzen eigenlijk een optische illusie is. En de toename van het vermogen dus ook. Zoals gezegd kunnen de huizenprijzen ook dalen. In tegenstelling tot huizenprijzen, daalt het prijsniveau niet. Daarvoor is een periode van deflatie nodig, ofwel dalende prijzen. Lagere inflatie betekent niet dat alles goedkoper wordt maar slechts dat de prijzen minder hard stijgen dan voorheen. Minder hard, maar ze stijgen wel.

Nee, wat overeind blijft staat, is wat de economische geschiedenis ons leert, namelijk dat inflatie een herverdelingsmechanisme is waardoor ongelijkheid toeneemt en niet afneemt. Daar verandert zo’n rapport van de ECB helemaal niets aan.

Deze column is 10 januari jl. gepubliceerd in Dft.nl

Beleid ECB heeft ongelijkheid verlaagd
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.