15 september 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

De volgende rentebeweging is omlaag

De inflatie in de eurozone is gedaald afgelopen maanden, maar het ziet er nog steeds naar uit dat die te lang, te hoog zal blijven. Vandaar dat de ECB de rente besloot op te krikken met 25 basispunten.

De economen van de bank verwachten dat de inflatie volgend jaar 3,2% zal bedragen en in 2025 2,1%. Dit jaar komt de geldontwaarding naar verwachting uit op 5,6%. Dat betekent dat de ECB tot en met 2025 er niet in zal slagen in haar taak voor prijsstabiliteit te zorgen.

Met betrekking tot de raming voor 2025 moet ik nog toevoegen dat, gezien het trackrecord van de voorspellingen, we er rekening mee moeten houden dat de daadwerkelijke inflatie in dat jaar hoger zal zijn dan wat de ECB-economen voorspellen.

Niks nieuws

Inflatie zal volgens de ECB dalen in 2024 en 2025 en dat komt mede door de lagere economische groei. De vooruitzichten zijn verslechterd en de bank gaat er nu van uit dat de groei in 2023, 2024 en 2025 0,7 respectievelijk 1,0 en 1,5% zal zijn.

Met het oog op de nabije toekomst, zei Christine Lagarde, president van de ECB, dat de inflatie door statistische effecten verder zal zakken. Het besluit is genomen met een solide meerderheid aldus Lagarde.

Dus de Italianen, de Spanjaard, de Griek en de Portugees in het bestuur (op zijn minst) waren tegen het besluit de rente op te krikken. Im Frankfurt nichts neues, zou ik zeggen.

Top bereikt

De cruciale zin in de persverklaring luidt: “De Raad van Bestuur is van mening dat de basisrentetarieven van de ECB een niveau bereikt hebben dat, indien aangehouden voor een voldoende lange periode, een substantiële bijdrage zal leveren aan de tijdige terugkeer van de inflatie naar de doelstelling.”

Wat staat daar? In ieder geval dat de kans groot is dat de ECB-rente de top heeft bereikt. Ik denk 80% kans dat dat zo is.

De kans dat de bank, als de rente inderdaad gepiekt is, die gedurende minstens een groot deel van 2024 ongewijzigd zal houden, acht ik zo’n 90%.

Is het voldoende?

In het verlengde daarvan: de kans op een renteverlaging in de komende 12 maanden is net zo groot als de kans dat ik de jaarlijkse Van Dam tot Dam hardloopwedstrijd op 17 september zal winnen. Voor alle zekerheid: ik bedoel 0%. (over die run gesproken; ik probeer zoveel mogelijk geld op te halen voor twee goede doelen. Doet u mee?)

Als de ECB de rente lange tijd op dit niveau houdt, dan zal dat een harde klap aan de inflatie geven, zo lees ik in “substantiële bijdrage.”

Maar dat betekent niet dat dat voldoende hoeft te zijn. Dus: afhankelijk van het inflatiegedrag tussen nu en het voorjaar 2024 zou het kunnen zijn dat de ECB in een later stadium de rente nog eens gaat verhogen. Ik schrijf “in een later stadium,” want een renteverhoging dit jaar, die kans is klein.

Geen hint

Dat gezegd hebbende: de kans op een nieuwe renteverhoging van de ECB tussen nu en voorjaar 2024 acht ik zeer klein, maximaal 5%. Maar dat Lagarde zei dat de ECB “niet gepiekt heeft met de rente.”

Is dat niet een sterke hint voor een mogelijke renteverhoging in de nabije toekomst, ofwel is de kans niet groter dan 5%? Dat lijkt zo, maar nee.

Ze kon namelijk niet zeggen dat dit de laatste renteverhoging was, enerzijds omdat dat zou indruisen tegen die andere belofte, dat toekomstige beslissingen van de macro-economische gegevens zullen afhangen (data-afhankelijk) en anderzijds omdat dat zo’n beetje het einde van de strijd tegen inflatie zou betekenen terwijl inflatie nog steeds veel te hoog is en te hoog zal blijven tot en met 2025.

Te rooskleurig

Te veel ECB-bestuurders zouden daar nooit akkoord mee zijn gegaan. Gedurende de persconferentie kreeg Lagarde de vraag over de geloofwaardigheid van de ECB. Zij antwoordde dat haar definitie ervan het leveren van prijsstabiliteit is.

Zij gaf daarmee het enige goede antwoord. Maar goed, we hebben het over Lagarde, dus er waren ook enkele momenten die de persconferentie ontsierd hebben.

Bijvoorbeeld toen ze zei dat de strijd tegen de inflatie succesvol verloopt met als bewijs dat de inflatie inmiddels gehalveerd is ten opzichte van de piek eind 2022. Daar interpreteert Lagarde de werkelijkheid net iets te rooskleurig voor de ECB.

Dichtbij de top

Het klopt dat de inflatie gedaald is sinds de herfst van 2022 en dat is voor een deel te danken aan de ECB. Maar het is vooral te danken aan het statistische effect uit de energiehoek. De energieprijzen zijn hard gedaald en de jaar op jaar vergelijking pakte zeer gunstig uit voor de inflatie.

Was dat effect er niet geweest, dan denk ik dat de inflatie, ondanks de renteverhogingen van de ECB, anno 2023 veel dichter bij de top dan het huidige niveau zou liggen.

En ergens richting het einde van de persconferentie zei Lagarde dat de ECB “zo tijdig mogelijk wil zijn met maatregelen” tegen inflatie. Dat was gewoon lachwekkend te horen van de president van een centrale bank ,die veel te laat in actie kwam omdat die bleef herhalen dat de torenhoge inflatie van 2021 en 2022 tijdelijk was.

Verstandig besluit

Al met als was het een verstandig besluit van de ECB gevolgd door een keurige persconferentie van Lagarde, de beste sinds haar aantreden. De kans is groot dat dit de laatste renteverhoging van de ECB is geweest in deze cyclus, met een kans dat er in een later stadium nog eentje bij kan komen.

Renteverlagingen zijn niet te verwachten tot zeker de zomer van 2024, wat inhoudt dat het dit renteniveau een lange tijd met ons zal zijn. Voor de financiële markten is dit vooral goed nieuws.

Het vooruitzicht op renteverhogingen is vrijwel verdwenen zonder dat een recessie zo goed als zeker is, inflatie, hoewel te hoog, blijft zakken en de eerstvolgende rentebeweging van de ECB zal zeer waarschijnlijk omlaag zijn, ook al kan het even duren voordat het zo ver is

De volgende rentebeweging is omlaag
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.