13 juli 2022 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Een zwakke euro heeft een nare kant

Om 11:35 uur op 12 juli was het zo ver: de wisselkoers van de euro tegenover de Amerikaanse dollar bereikte pariteit, de stand waarbij om 1 euro te kopen, 1 dollar nodig is. Dat was voor het laatst in 2002 het geval. Het was oh zo symbolisch geweest als de koers de pariteit ietsje later had bereikt om 11:55 uur. De daling van de waarde van de euro (dit jaar ruim 10%) wordt namelijk door velen gezien als een voorbode van een nieuwe eurocrisis.

Of die crisis wel of niet komt, wat wél zeker is, is dat de gevolgen al merkbaar zijn. Wie deze zomer naar de Verenigde Staten op vakantie gaat, is ruim 10% duurder uit dan op het moment van boeken, door de waardedaling van de dollar.

Vele producten die de eurolanden invoeren, worden in dollars afgerekend. Het gaat, om precies te zijn, om 48,1% van alle goederen die we invoeren. Olie is daar een goed voorbeeld van. Naarmate de euro zwakker wordt, kost een vat olie meer, in euro uitgedrukt. Dat is een effect dat we uiteindelijk, met een vertraging, zullen merken op onze energierekening en aan de pomp, ofwel in de inflatiecijfers.

Wanneer vele eenmalige effecten straks uit die cijfers weg beginnen te vallen, zal de inflatie in onze contreien ook dalen. De vertraagde effecten van de zwakke euro kunnen die daling echter dempen. Met andere woorden: inflatie in de eurozone blijft langer te hoog dankzij de zwakke euro.

Toevallig is op deze dag zes jaar geleden mijn boek ’Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’ uitgekomen. De launch vond plaats in de Portrettenzaal van De Nederlandsche Bank, waar Klaas Knot het allereerste exemplaar van mij kreeg. Het exemplaar dat ik overigens meenam in een oude bankkluis van DNB, gevonden in een antiquariaat in Heerenveen. Niet relevant maar leuk om te noemen, vond ik.

Lessen

Afijn, in het laatste hoofdstuk van dat boek, getiteld ’Proeve eener belang van gesgiedenisch voor ’t heden ende toekomst’ (over Nederlandse monetaire historie, dan ook hoofdstukken met titels in oud Nederlandsch) trek ik een zevental lessen uit onze monetaire historie die relevant zijn voor het heden.

Les nummer drie luidt dat een zwakke munt niet voordelig maar nádelig is voor onze welvaart. Dat laat onze monetaire historie en die van enkele andere landen (denk aan Duitsland, Zwitserland) heel duidelijk zien. Een belangrijke reden waarom een zwakke munt nadelig is voor de welvaart in een land, is het feit dat een zwakke munt tot structureel hoge inflatie leidt (les één: hoge inflatie is nadelig), maar de economie ook verzwakt doordat een zwakke munt en hoge inflatie voor hogere rentes en extra onzekerheid zorgen en het innovatief vermogen van een land aantasten.

Lessen die niet besteed zijn aan de Europese Centrale Bank. Die vindt het doorgaans prima als de euro zwakker wordt, omdat de wat voordelige effecten op de korte termijn blijkbaar zwaarder wegen dan wat de maatschappij nodig heeft op middellange termijn. De oorverdovende stilte vanuit de ECB over de daling van de waarde van de euro verbaast dus niet, maar zal ons wel een lieve duit kosten.

Onze taal

Over onze taal gesproken: vorige week riep ik u, de lezer, op eigen voorbeelden van hoe het Nederlands aangepast moet worden aan de inflatie, in te sturen. Dank voor de vele inzendingen die mij bereikt hebben in de afgelopen dagen.

Een ad hoc samengestelde jury, bestaande uit mijn collega bij OHV Michael Mooijer en ondergetekende, heeft, na rijp beraad, de inzending ’voor twee appels en twee eieren’ van Mark als winnaar uitgeroepen. Mark, jij krijgt een gesigneerd exemplaar van ’Keerpunt 1971’ opgestuurd.

Wij hebben ook besloten de inzending van een van de trouwste lezers, Piet Raaijmakers, te belonen met een gesigneerd exemplaar van ’Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’.

Deze column is 13 juli jl. gepubliceerd in Dft.nl

Een zwakke euro heeft een nare kant
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.