1,05 – 1,25; dat is de range waarbinnen de wisselkoers van de euro-dollar sinds eind 2014 zit. Eerder deze week daalde de koers naar pariteit, de eerste keer sinds 2002.
Daarmee is het scenario uit mijn stuk van 15 oktober uitgekomen. Toen probeerde ik vooruit te kijken en dat is wat ik nu, precies negen maanden later, weer wil proberen te doen.
Waar staat EUR/USD over een half jaar? Er zijn drie belangrijke redenen waarom euro-dollar recent fors is gedaald en inmiddels dus de pariteit bereikt heeft.
Het zou mij niet verbazen als de inflatie later dit jaar piekt. Of we nou kijken naar de prijzen van hout, zink, koper, sojabonen, aluminium of olie, de prijzen ervan liggen tussen ruwweg 15 en 60% lager dan in de afgelopen maanden.
Dat zal de inflatiecijfers net zo beïnvloeden als toen de prijzen van de genoemde grondstoffen rap aan het stijgen waren. Als de inflatie inderdaad piekt en begint te dalen, zal de Fed de ruimte hebben om de renteplannen bij te stellen, zeker gezien de verslechterde economische vooruitzichten.
Die ruimte heeft te bank nu niet omdat de inflatie niet alleen hoog is maar nog steeds ook stijgend. De ECB is, zoals al gezegd, veel later dan de Fed begonnen met het verhogen van de rente.
De directe invloeden van de oorlog in Oekraïne, zoals op de inflatie, zijn in de eurozone duidelijker te voelen dan in de VS. Dat zal ertoe leiden dat de ECB door zal moeten gaan met het verhogen van de rente (of in ieder geval verbaal daarop te wijzen) terwijl de Fed een pauze aankondigt.
De onzekerheid onder beleggers is momenteel hoog, onder meer omdat het onbekend is hoe snel de economische groei zal afkoelen, of er een recessie komt en zo, ja, hoe lang en diep die zal zijn.
Dat zijn allemaal vragen waar over enkele maanden meer duidelijkheid over zal zijn, met als grote kans dat de onzekerheid minder hoog zal worden. Als daarnaast de oorlog in Oekraïne op zijn minst niet verder escaleert, zou dat alles dollar minder aantrekkelijk kunnen maken.
Daar kan bij komen dat de Fed wat meer moeite met de sterke dollar zou krijgen omdat een sterke munt een obstakel is voor economische groei op korte termijn.
De ECB kan juist meer heil zien in weer eens wat sterkere euro, omdat een sterkere munt de inflatie verlaagt, bijvoorbeeld doordat de import van olie, in euro, goedkoper wordt c.q. minder snel in prijs stijgt.
Nee, het zal mij niet verbazen als de euro-dollar mettertijd begint te klimmen en de koers richting 1,20 of de eerdergenoemde bovengrens van de range, 1,25, opstoomt. Zou het echt kunnen?
Bijna 10% inflatie, de Fed die overweegt de rente met 1 procentpunt te verhogen, andere centrale banken (zoals die van Canada) die dat al doen. Het oogde in de winter van 2021 veel minder waarschijnlijk dan het bovenstaande scenario, waarin euro-dollar terugkeert naar 1,20 in de loop van komende kwartalen.
Deze column is 15 juli jl. gepubliceerd in IEXProfs
Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.