23 januari 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Het Chinese Wirtschaftswunder is voorbij

Bij de demografische, technologische en productiviteitsgroei is de rek in China eruit. Beleggen in China zal met nog meer risico’s gepaard gaan dan in het verleden, schrijft monetair econoom Edin Mujagic.

Wie had ooit gedacht dat 6,5% inflatie in de VS en 3% economische groei in China, macro-economische cijfers zouden zijn die voor euforie zouden zorgen!

Een inflatie van zo om en nabij 2% in de VS en een economische groei in China tussen 7 en 10%, dat waren een hele lange tijd juist de normale cijfers. Het Chinese bureau voor de statistiek publiceerde daarnaast nóg een cijfer, dat, in combinatie met het groeicijfer, ons in staat stelt een analyse te maken voor de ontwikkeling van de economie van China in de komende jaren.

Wat belangrijk is te onthouden in dat opzicht, is dat economische groei gelijkgesteld kan worden aan de toename van de beroepsbevolking vermenigvuldigd met de stijging van de productiviteit. Eerst even terug naar het begin.

Technologische kennis

In de periode waarin de Chinese economie jaarlijks met tussen 7 en 10% aandikte, steeg de productiviteit zo’n 3% per jaar. Ofwel, de stijging van de productiviteit was goed voor een derde van de groei. De rest was voor een belangrijk deel te danken aan de demografie.

De Chinese (beroeps)bevolking nam toe, waardoor het land goedkoop kon blijven produceren. En dat wát China maakte, vond gretig aftrek in het westen. Zeker omdat die kwalitatief steeds beter werden.

Dat gebeurde door dezelfde ontwikkeling die de productiviteit jaar in jaar uit omhoog stuwde. Wat die ontwikkeling is? Transfer van technologische kennis. China dwong die transfer af door de omvang van zijn markt en paste al die nieuwe technologische uitvindingen uit het Westen toe in de eigen economie.

Sterke vergrijzing

Op zo’n manier zijn groeipercentages van tot 10% per jaar, jarenlang wel realiseerbaar. Vorig jaar is het aantal inwoners van China voor het eerst sinds 1960 gedaald. Nog belangrijker voor de economie, de beroepsbevolkingsgroei heeft gepiekt. China vergrijst ook.

Sterker, de vergrijzing in China kan in de toekomst heviger zijn dan in ons werelddeel! Dat betekent dat het zogeheten demografische dividend in China, steeds kleiner wordt vanaf nu. Dus de Chinese economie zal voor de groei steeds meer afhankelijk worden van de toename van de productiviteit.

In dat opzicht is het zorgwekkend dat de stijging ervan inmiddels gedaald is naar onder de 1% per jaar. En het is niet te verwachten dat de toename van de productiviteit de komende jaren terug zal veren.

In de middenmoot

In de eerste plaats geldt namelijk dat het Westen in toenemende mate er moeite mee heeft nieuwe technologieën en toepassing daarvan zomaar aan China te overhandigen. Dit heeft te maken met de strijd tussen de VS/het westen en China om de dominante positie in de wereld(economie).

Het verbod voor ASML om de nieuwste chipmachines te verkopen aan China, is een voorbeeld ervan. In de tweede plaats geldt dat ook als het Westen géén moeite met aanhoudende technologie transfer naar China zou hebben, er simpelweg veel minder technologie is voor China om over te nemen.

Nadat het land decennialang dat deed, is de technologische achterstand grotendeels ingelopen. Daarnaast geldt dat door de spectaculaire economische groei in de afgelopen decennia, China geen arm land meer is maar tot de middenmoot behoort.

Zelf innoveren

Uit de economische historie weten we dat dit betekent dat de economie minder snel gaat groeien. Het wordt steeds lastiger in dezelfde tempo nieuwe technologieën uit te vinden en toe te passen in de economie (en zo de productiviteit te blijven aanjagen) en de groei van de beroepsbevolking vlakt ook af.

In de komende jaren zal de groei vooral uit de toename van de productiviteit moeten komen. China innoveert zelf ook, heel veel zelfs. Zodanig veel dat het land op enkele belangrijke terreinen een voorsprong op het westen heeft.

Maar in termen van bijdrage aan de economische groei, betekent dat wel dat die bijdrage kleiner is dan toen het land Westerse technologie kon overnemen. Zelf dingen uitvinden, duurt langer, is lastiger en kost veel tijd en geld.

Hard aanpakken

Wat China ook niet helpt, is dat het land een centraal geleide economie kent met een overheid die vooral de technologiebedrijven de laatste tijd hard aanpakt. Dit is belangrijk omdat het uitvinden van nieuwe technologieën niet meteen de economische groei aanjaagt.

Het is vooral het toepassen van die nieuwe uitvindingen, dat voor groei zorgt. De nieuwe technologieën moeten dan efficiënt toegepast worden in de economie om er het maximale uit te halen wat de toename van de productiviteit betreft.

En dát kan, weten we uit de economische historie, de markt veel beter aansturen en bepalen dan de overheid. Het zal niet verbazen als de Chinese economie dit decennium structureel lagere groeipercentages laat zien dan we zijn gewend te zien.

Gemeenschappelijke vijand

Voor het westen kan dat grote gevolgen op bijvoorbeeld inflatie hebben. China exporteerde deflatie een zeer lange tijd en drukte onze inflatie almaar omlaag. Daar komt een einde aan, sterker nog, opwaartse druk op onze inflatie zou me niet verbazen.

Lagere economische groei kan ook tot meer economische instabiliteit leiden in China wat dan weer het risico van meer sociale onrust betekent.

Dat men ook in China de straat op durft te gaan als het allemaal te veel wordt, hebben we onlangs gezien, met het zeer strenge coronabeleid. Bij meer sociale onrusten hebben de leiders vaak de neiging om voor een gemeenschappelijke vijand in het buitenland te zorgen.

Meer risico

Als een groot land als China die route kiest, dat betekent dat vrij snel toenemende geopolitieke spanningen. Anders gezegd: de spanningen rondom Taiwan is iets wat de rest van decennium een constante factor kan blijken te zijn.

Dat betekent niet dat China niet meer interessant zal zijn voor beleggers. Zoals gezegd geldt dat economische groei gelijkgesteld kan worden aan de toename van de beroepsbevolking vermenigvuldigd met de stijging van de productiviteit ervan.

Voor China betekent dat lagere groei dan in het verleden maar nog steeds groeipercentages waar het westen niet in de buurt komt. Het is alleen wel zo dat beleggen in China met meer risico’s gepaard kan gaan dan in het verleden.

Het Chinese Wirtschaftswunder is voorbij
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.