29 maart 2022 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Hoera, de euro is jarig

Ja, ze bleek niet zo sterk als de D-Mark. Maar toch heeft de munt ons reeds behoed voor een nog grotere crisis, aldus Edin Mujagic. Maar de ECB moet 20 jaar later nog veel leren.

X12919597571. Nee, dit is geen random typen op mijn toetsenbord. X12919597571 is het serienummer van het eerste eurobankbiljet dat ik uit een geldautomaat haalde. Het was enkele minuten na middennacht op 1 januari 2002 dat ik, met familie en vrienden in München, het nieuwe geld pinde.

Hoera, de euro is jarig

“Schau, die neue Mark,” hoorde ik rechts van mij een Duitser tegen zijn vrienden roepen, een eurobankbiljet hoog boven zich houdend.

In Duitsland ging de komst van de euro waarschijnlijk gepaard met de meeste en diepste emoties. Natuurlijk, onze gulden was veel ouder dan de D-mark, maar de D-mark was in Duitsland meer dan geld.

Duitse trots

De mark was het symbool van Duitsland, van het Duitse wirtschaftswunder en van Duitse economische suprematie in Europa. De munt had die eer omdat te uitbundig met de nationale vlag zwaaien of het volkslied hard zingen argwaan opwekte in de rest van Europa, om historische redenen. De D-mark had daarvan geen last.

Aan de andere kant was de komst van de euro het symbool dat Duitsland écht in Europa verankerd is én dat de rest van Europa de Duitse monetaire en economische normen en waarden overneemt.

De Europese Centrale Bank was een kloon van de Bundesbank, de Europese begrotingsregels waren van Duitse makelij en de euro zou daarmee een nieuwe versie van de D-mark worden.

Niet de D-mark

Die mix van emoties werd op prachtige wijze in beeld gebracht in in een TV-reclamespotje van de Hypovereinbank. Daarin horen we, tegen een achtergrond van oude foto’s en beelden van trouwerijen, vakanties et cetera, een nostalgische stem zeggen: “We hebben duizenden dromen uitgeprobeerd en daarbij veel geriskeerd. Alles met de D-mark. Al die grote en kleine dromen betaalden we met de D-mark. Auf Wiedersehen D-mark, willkommen die neue Träume.”

Ik krijg er nog steeds kippenvel van als ik ernaar kijk. Nu is het moeilijk een andere conclusie te trekken dan dat de euro niet bepaald op de D-mark lijkt.

De hoedster ervan, de ECB, is alles behalve inflatie-avers, een waardedaling van de munt wordt toegejuicht en de Europese begrotingsregels zijn net zo waardevast gebleken als een zandkasteel dat een kind vlak bij het water heeft gemaakt.

Grotere problemen

Maar laten we niet vergeten: de wereld en onze economieën zijn in die 20 jaar ook veranderd. Wellicht dat daar inderdaad een ander beleid bij nodig is, wie weet.

De economische problemen die we sinds 2008 hebben, waren groter geweest als we allemaal nationale munten hadden gehad. En nee, de crisis is niet veroorzaakt door de euro, maar door iets wat zich in 1971 afgespeelde. In datzelfde jaar is overigens het idee voor een gemeenschappelijke munt in Europa ontstaan.

Maar hoe de wereld(economie) ook veranderd is, dat heeft aan een aantal basiszaken met betrekking tot verstandig monetair beleid niets veranderd.

Geen goed beleid

Als officiële rente op 0% houden goed is voor onze economie en welvaart, waarom hebben de centrale banken hun rentes dan pre-2008 ook niet altijd op 0% gehouden?

Als op grote schaal staats- en bedrijfsobligaties opkopen goed is voor onze economie en welvaart, waarom hebben de centrale banken dat dan pre-2008 ook niet continu gedaan?

Omdat het géén goed beleid is. Hooguit op korte termijn, maar dan houdt het dan ook op. En we hebben monetair beleid bij centrale bankiers ondergebracht om ervoor te zorgen dat de (middel)lange termijn doorslaggevend wordt en niet – zoals bij politici – de korte termijn.

Rentes omhoog

Twintig jaar na de invoering van de euro hebben we een doorgewinterde politica als de topvrouw van de ECB. Die nieuwe dromen uit het TV-spotje kunnen zomaar nachtmerries worden met te lang een te hoge inflatie.

Tegen een achtergrond van zeer hoge inflatie en grote kans dat de inflatie aanmerkelijk hoger zal blijven dan in de afgelopen jaren, doet de ECB nauwelijks iets. Omwille van de gemeenschappelijke Europese munt moet de ECB teruggefloten worden.

Beleggers moeten er rekening mee houden dat de ECB het zeer ruime monetaire beleid nog jarenlang zal voortzetten, maar ook dat het steeds lastiger zal worden het beleid voor te zetten. Met als gevolg langzaam aan, per saldo stijgende langetermijnrentes. Als obligatiebelegger geef ik daarom de voorkeur aan een obligatiefonds met een korte duratie.

Deze column is 14 januari jl. gepubliceerd in IEXProfs

Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.