5 januari 2024 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Inflatie is nog lang niet verslagen, dames en heren centrale bankiers

Monetair econoom Edin Mujagic gelooft niets van de gewonnen strijd tegen inflatie. Dat belooft de nodige beursvolatiliteit in 2024.

Team tijdelijk. Sinds de inflatie in de zomer van 2021 begon te klimmen, was dat de benaming voor economen en beleidsmakers die meenden dat de stijging van de prijzen slechts tijdelijk zou zijn. De hoofdcheerleaders van die beweging waren de centrale bankiers in Frankfurt en Washington. Ook toen de inflatie richting 10 procent snelde, bleef men geloven in het tijdelijk-sprookje.

Waar 2022 het jaar was van het ene na het andere inflatierecord in de moderne tijden, bracht 2023 een welkome daling van de geldontwaarding met zich mee. Dat was de reden voor velen om de conclusie te trekken dat de oorlog tegen inflatie (zo goed als) was gewonnen.

Bij de centrale banken uitte dat zich in een koerswijziging wat de rente betreft, namelijk dat men kon stoppen met renteverhogingen. Niet veel later, aan het einde van 2023, kondigde men zelfs renteverlagingen aan in 2024.

Statistisch energieprijseffect uitgewerkt

Economen die niet tot het team tijdelijk behoorden, een grote minderheid, hebben die hele tijd erop gewezen dat inflatie in 2023 zal dalen, met als hoofdreden wat ik ooit ‘hulp van wiskunde’ heb genoemd: het statistische effect uit de energiehoek.

Energieprijzen waren in 2022 geëxplodeerd. Voor een verdere aanhoudende opwaartse druk op de inflatie uit die hoek zouden de energieprijzen nog eens met honderden procenten moeten stijgen, iets wat zeer onwaarschijnlijk was. Zouden de energieprijzen min of meer gelijk blijven, dan zou van daaruit een sterk neerwaarts effect op de inflatie uitgaan, laat staan als de energieprijzen zouden dalen.

Echter, dat statistische effect raakt vanzelf uitgewerkt. Het zou kunnen dat dit inmiddels al is gebeurd. In december is de inflatie in de eurozone bijvoorbeeld weer opgelopen na 6 maanden van daling, meldde Eurostat eerder vandaag. Behalve het wegvallend statistisch effect speelt ook mee dat in veel landen de energiesubsidies die bedrijven en huishoudens enigszins beschermd hebben, van tafel verdwijnen. Zij kosten immers te veel geld. De camouflage die een deel van de inflatie zo aan het oog onttrok, valt daardoor weg.

Alleen inflatiedaling is tijdelijk

Ondertussen nemen andere factoren, die de inflatie juist aanjagen, in kracht toe. Denk daarbij aan arbeid (door vergrijzing wordt arbeid duurder), maar ook de kosten van protectionisme in de wereld en energietransitie.

Met het oog op middellange termijn ben ik dan ook een lid van het team tijdelijk, maar dan wel een andere dan die van 2021. Ik houd er namelijk rekening mee dat de daling van de inflatie die we gezien hebben in 2023 en wellicht gaan zien in 2024, tijdelijk zal zijn en dat inflatie de komende jaren zomaar structureel tussen 2 en 4 procent kan uitkomen.

Volatiliteit lijkt zeker

Voor 2024 zal deze inflatieontwikkeling voor hoge volatiliteit kunnen zorgen op de financiële markten. Die zijn 2024 begonnen in de verwachting dat de centrale banken in de VS en Europa hun rentes behoorlijk zullen kortwieken. Het enige onbekende leek te zijn wanneer dat precies zou starten (maart?) en hoe ver men daarin zou gaan (150 basispunten in de eurozone en de VS?).

Ik verwacht dat na elk belangrijk macro-economisch cijfer, naast inflatie ook over de arbeidsmarkt bijvoorbeeld, de verwachtingen ten aanzien van mogelijke renteverlagingen telkens weer herijkt zullen worden. Of die renteverlagingen komen of niet en ongeacht in welke mate, hoge volatiliteit lijkt ingebakken te zitten in 2024 op de markten.

Deze column is 5 januari jl. gepubliceerd in IEXProfs

Inflatie is nog lang niet verslagen
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.