25 maart 2024 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

It’s ECB watchers time

Als de laatste koude, druilerige winterdagen voorbij zijn en narcissen en tulpen de lente aankondigen, dan is het zo ver: de jaarlijkse "ECB and It’s Watchers"-conferentie in Frankfurt is aanstaande.

De editie van 2024 vond plaats deze week, in een zonovergoten monetaire hoofdstad van Europa. Volker Wieland, van het Institute for Monetary and Financial Policy, hebben voor de 24ste keer een prachtige conferentie weten te organiseren.

Zoals altijd liepen er verschillende bestuursleden van de ECB rond. Naast president Christine Lagarde gaven ook Philip Lane, Isabel Schnabel en de Spaanse opperste centrale bankier Pablo Hernandez de Cos.

Vooral toen hij sprak, kon je de enorme historische dimensie van het geheel niet over het hoofd zien. Dankzij de euro hebben namelijk voor het eerst in een zeer, zeer lange tijd, misschien wel ooit, centrale bankiers van buiten Duitsland iets in de monetaire melk van hun land te brokkelen. Waar ze eerder min of meer de Bundesbank moesten volgen, bepalen ze nu zelf de rente. Waar we getuige van zijn, is een soort geschiedenis in real time.

Otmar Issing, de legendarische eerste hoofdeconoom van de bank, was er ook net als Axel Weber, de gedoodverfde opvolger van Jean-Claude Trichet. Weber sprak ook tijdens de conferentie en het was achterover leunen en genieten. Juweeltjes als ‘de centrale bankiers zijn al jarenlang vooral goed bezig voor mensen zoals ik, bankiers, en beleggers’ vlogen door de zaal, met op de achtergrond een grafiek van de liquiditeit en aandelenkoersen.

Die gaan inderdaad hand in hand. Ik kan zweren – maar op dat moment stoot net iemand zijn glas omver – dat Lane zei dat de grootste slachtoffers van de hoge inflatie de rijken waren! En het was niet eens het meest bizarre van de Ier zei op die dag!

Zoals elk jaar opende de president van de ECB deze monetaire bal. Lagarde gebruikte een groot deel van haar bijdrage om vooral lofzang te steken over….de ECB. De bank heeft in de afgelopen jaren met heel veel schokken te maken gehad en haar zicht op onder meer inflatieontwikkelingen, was sterk gereduceerd daardoor. Ondanks alle renteverhogingen, wist ze toch de inflatie bijna te verslaan zonder economische pijn. Lane zou later op de dag zeggen dat de ECB weliswaar eerder had kunnen beginnen met het opkrikken van de rente en de rente hoger had kunnen brengen, maar in dat geval was weliswaar de inflatie lager geweest maar de groei ook. Ofwel: wees ons dankbaar, we hebben inflatie verslagen zonder economische pijn.

De prijs voor die softe aanpak is, voeg ik er raag aan toe omdat Lane dat niet deed, hardnekkig hoge diensteninflatie, die de totale inflatie onnodig lang te hoog houdt. Met alle gevolgen van dien. Ik heb het eerder gezegd en ik herhaal het weer: ik zou graag alle bestuursleden van de ECB een half jaar rond laten komen van een modaal inkomen in hun eigen land. Eens kijken of iemand als Lane ook daarna het feit dat inflatie al jaren te hoog is en nog lang te hoog zal blijven, als een groot succes zou vieren.

Over die onnodig te lang hoge inflatie gesproken: dat is dé reden waarom de loonstijgingen in de eurozone hoog zijn, iets wat volgens Lagarde de ECB zorgen baart.

Zorgen, omdat je aan alles kon voelen dat de bank staat te popelen de rente te verlagen maar dat voorlopig niet kán doen. Om dat te kunnen doen, mogen de lonen de komende tijd, lees de komende jaren, niet te hard stijgen. Een sluwe manier om de schuld van mogelijk te lang te hoge inflatie deels in de schoenen van de vakbonden te schuiven.

Nee, de ECB gaat de rente verlagen maar daarvoor moet de bank eerst nog meer informatie krijgen over onder meer de loonontwikkeling om meer vertrouwen erin te hebben dat de inflatie zal blijven dalen. In april zullen we iets meer weten en in juni veel meer, aldus Lagarde.

In juni gaat de rente dan omlaag, dat weer wel. Hoewel de ECB de inflatie voorlopig te hoog ziet blijven en er, volgend Lagarde, allerlei risico’s zijn die de inflatie verder kunnen opstuwen, “kan de ECB niet wachten met renteverlagingen omdat het risico dan bestaat dat de bank te laat zal zijn”. Ja, ze zei het echt.

De kans dat de ECB de rente te laat zal verlagen is blijkbaar groter dan de kans dat ze de rente iets te lang op het huidige niveau zal houden. Waarschijnlijk heeft Lagarde in voorbereidingen op dit congres een paper, een waarschuwing, van het IMF, haar voormalige werkgever, over het hoofd gezien. Daarin zegt het IMF dat als de onzekerheid over toekomstige ontwikkeling van inflatie hoog is, zoals nu, het verstandige beleid is de rente op zij minst niet te snel te verlagen en zelfs iets hoger te zetten dan je normaliter zou doen.

Richting het einde van de conferentie sprak het in mijn ogen beste ECB-bestuurslid, Isabel Schnabel. In de vragenronde erna antwoordde ze, op een vraag wat de ECB zou doen als overheden te veel blijven uitgeven, met: “wij zijn er niet voor om begrotingstekorten te financieren.” Dat is klare, juiste taal van een centrale bankier.

In dezelfde sessie als Schnabel sprak ook Vitor Gaspar, de uit Portugal afkomstige econoom in dienst van het IMF. Ook zijn voordracht was genieten, en niet alleen door de (subtiele) humor die erin was verwerkt.

Tijdens de paneldiscussie zaten Vitor Gaspar en Isabel Schnabel naast elkaar. Ik pakte mijn telefoon om er een foto van te maken want dáár, op het podium in Frankfurt, zag ik hét ideale duo om de ECB in de toekomst te gaan leiden! Met Schnabel en Gaspar zouden er twee goede vakmensen, prudente centrale bankiers achter het stuur zitten bij de ECB. En voor wie dat belangrijk vindt: er zou ook een mooie verdeling van de belangrijke posten tussen het noorden en het zuiden van de eurozone zijn.

Deze column is 22 maart jl. gepubliceerd in investmentofficer.nl

It’s ECB watchers time
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.