11 oktober 2023 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Lage spaarrente is niet leuk, wel begrijpelijk

Banken maken heel veel winst. De spaarrente klimt niet zo snel als de rente van de Europese Centrale Bank (ECB). De hypotheekrentes stijgen wel net zo hard als de kapitaalmarktrentes. Deze drie feiten worden de laatste tijd vaak samen genoemd, waarbij impliciet of expliciet de laatste twee als reden worden genoemd voor het eerste feit. Zoals zo vaak is enige nuance en uitleg nodig.

Om te beginnen met de winsten van banken. Ja, klopt, die zijn dit jaar hoog. Maar vergeet niet dat er sinds 2008 ook jaren waren van heel magere resultaten. Hoewel het klopt dat de banken meer winst maken dankzij de rentemarge, het verschil tussen de rente die de banken in rekening brengen (bijvoorbeeld de rente op leningen) en de rentes die ze betalen (bijvoorbeeld de spaarrente), is die zogeheten rentemarge niet hoger dan wat die is geweest tot 2008. Het is bovendien ook volkomen logisch; de kern van het bankieren, sinds een onbekende doch gewiekste Italiaan op een bank voor bankier begon te spelen, bestaat uit kortlopend geld aantrekken en vervolgens voor een langere periode, en daarom tegen een hogere rente, uitlenen.

Een deel van de winst komt ook doordat de banken behoorlijk in hun kosten hebben gesneden en ze efficiënter zijn geworden. Het aantal mensen dat ze in dienst hebben, is in loop der tijd fors afgenomen.

Niets nieuws onder de zon

Het klopt inderdaad dat de spaarrente langzamer stijgt dan de ECB-rente maar ook dat is, hoewel niet leuk voor de spaarder, niets nieuws onder de zon. Zo gaat het altijd namelijk. Een van de redenen voor dat fenomeen is dat wanneer de rente op leningen verandert, dat geldt voor nieuwe leningen en niet ook voor reeds verstrekte kredieten. Wijzigingen van de spaarrente daarentegen gelden voor álle spaartegoeden.

Een zeer belangrijke reden waarom de spaarrentes relatief laag zijn, is dat banken ons spaargeld simpelweg niet zo hard nodig hebben als in het verleden. Voor 2008 was ons spaargeld best aantrekkelijk voor een bank. Die moet zich namelijk ook financieren en spaargeld was interessant omdat de rente die de bank daarop betaalde, lager was dan de rente op de kapitaalmarkt of bij de centrale bank. Commerciële banken vochten daarom als het ware om ons spaargeld, wat de spaarrente omhoog dreef.

Geldpersen draaiden op volle toeren

Anno 2023 bulken de banken van het geld omdat de ECB de geldpersen sinds 2008 op volle toeren liet draaien. Op de rekeningen die de banken bij de ECB hebben, liggen duizenden miljarden euro’s aan wat overtollige middelen heet. Die banken hebben ons spaargeld veel minder hard nodig, waardoor de mate van het gevecht om dat geld aanmerkelijk kleiner is dan in het verleden.

Dus, objectief gezien, wil je als spaarder iemand de schuld geven voor je relatief lage spaarrente, dan is de ECB eerder het juiste adres in plaats van je eigen bank. Vergeet ook niet dat de Nederlandse banken jarenlang te maken hadden met negatieve rentes, oftewel: zij moesten de ECB geld betalen voor het aanhouden van die rekeningen. Maar de doorsnee spaarder kreeg dat niet doorberekend, de spaarrente voor de doorsnee spaarder zakte nooit onder de 0%. Dat gezegd hebbende: commerciële banken hebben bij de ECB een soort eigen spaarrekening. Daar krijgen zij ook rente op. Die rente bedraagt thans 3,75%. Dus, puur subjectief gesproken, die spaarrente, die mag wel wat hoger dunkt me.

Tot slot: een deel van de schuld ligt bij de spaarder zelf. Maar daarover de volgende keer meer.

Deze column is 11 oktober jl. gepubliceerd in Dft.nl

Lage spaarrente is niet leuk, wel begrijpelijk
Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.