22 december 2021 | Door: Edin MujagićEdin Mujagić

Liever de Fed dan de ECB

Woensdag, 15 december, 20:30 uur. De persconferentie van de Fed begint. De boodschap van de Amerikaanse centrale bank luidt, kort samengevat: de economische situatie en situatie op het inflatiefront is ingrijpend veranderd en daar hoort een ander monetair beleid bij.

Liever de Fed dan de ECB

En dus kondigden de Amerikaanse monetaire ridders aan medio maart 2022 te stoppen met het opkopen van Amerikaanse staatsobligaties, om vervolgens van plan te zijn de officiële rente drie keer te verhogen in 2022 en nog eens drie keer in 2023. Pratend over inflatie, zei de aanvoerder van de Fed, dat de realiteit is dat de opleving ervan niet tijdelijk zal zijn, zoals tot voor kort werd gedacht.

Donderdag, 16 december, 14:30 uur. De persconferentie van de Europese Centrale Bank (ECB) begint. De boodschap luidt, kort samengevat: de economische situatie is ingrijpend veranderd. Hoge economische groei ligt in het verschiet. Inflatie komt in 2022 uit op 3,2%, veel hoger dan het streefpercentage van 2% per jaar. In 2023 en 2024 klimmen de prijzen met 1,8%. Deflatiegevaar, dé reden voor het beleid van de ECB zoals dat gevoerd werd afgelopen jaren, is in geen velden of wegen te bekennen.

Toch hoort daar min of meer hetzelfde beleid als al jarenlang wordt gevoerd.

Goed, de ECB stopt in maart met het noodopkoopprogramma PEPP, dat ingezet werd als reactie op de coronapandemie. Maar ze verdubbelt tegelijkertijd het regulíere opkoopprogramma, van €20 naar €40 miljard per maand. En geld dat de bank binnenkrijgt als eigenaar van de schuldbewijzen gekocht aan het PEPP-loket, denk aan rente en aflossingen, gaat linea recta terug naar nieuw schuldpapier. Het gaat volgend jaar om zo’n €30 miljard per maand.

De PEPP wordt niet bedankt voor bewezen diensten; nee, het kan elk moment opnieuw geactiveerd worden. Ofwel: we kunnen spreken van marginale beleidsveranderingen, zeker omdat renteverhogingen nog steeds een soort taboethema zijn.

Zorgwekkend

De reden is dat de verwachte inflatie in 2023 en 2024 met 1,8% onder het streefpercentage zal liggen. Dat het gemiddelde over de periode 2022-2024 daarmee bóven dat percentage zal liggen, soit. Dat 1,8% slechts 0,2 procentpunt onder het streefpercentage ligt, een veiligheidsmarge van niets, soit.

Zo’n dunne veiligheidsmarge zou op zijn minst vragen om een duidelijke hint dat een beleidswijziging niet ver weg is. Maar niets daarvan uit Frankfurt.

Het valt nog te bezien of de Fed de plannen met de rente daadwerkelijk zal kunnen uitvoeren. Maar die bank hééft op zijn minst die plannen en is blijkbaar bereid de rente te verhogen. De ECB niet. Dat vind ik, met het oog op middellange termijn, zorgwekkend.

Het kan bijvoorbeeld tot een structureel zwakkere euro leiden wat aantoonbaar slecht is voor de economische groei, economische kracht en economische en politieke stabiliteit op middellange termijn. Aantoonbaar? Jazeker!

In de eurozone hebben we landen die decennialang hun economisch model hebben gebouwd op hun eigen munten structureel te verzwakken, maar ook landen die decennialang hun eigen munten structureel sterker maakten. In de eerste groep vinden we Griekenland en Italië bijvoorbeeld. In de tweede groep zitten Duitsland en Nederland.

Mag ik afsluiten met: I rest my case?

Deze column is 22 december jl. gepubliceerd in Dft.nl

Over de auteur

Over de auteur
Edin Mujagić

Edin Mujagic is hoofdeconoom en onderdeel van ons beleggingcomité. Naast zijn werk bij OHV heeft Edin meerdere boeken geschreven over macro-economische en monetaire geschiedenis. Daarnaast is hij een graag geziene spreker en auteur bij gerenommeerde media.